Geschiedenis
Schutterij Sint odilia Ospeldijk, Sinds 1956
Het is zondagmorgen bij Café de Kwartel. Traditiegetrouw zitten ze als vrienden bij elkaar. Er wordt een kaartje gelegd en de week wordt doorgepraat. Sinds Schutterij Sint Willibrordus uit Meijel het O.L.S won is het al vaker ter sprake gekomen...
"Zullen wij anders ook een schutterij oprichten?"
In 1956 werd een beslissing genomen en er werd een vergadering bijeengeroepen. Er heerste veel enthousiasme, en daarom werd er een bestuur samengesteld. Dit bestuur bestond uit de heren Pierre Deckers, Tinus Broens, Jan Slaats, en Pierre Slaats, met Wiel Kirkels als voorzitter. Velen van hen bleven nog vele jaren lid.
Sjang Meevis, ook bekend als Kwartele Sjang, was zo overtuigd van dit idee dat hij niet alleen voor het geweer zorgde, maar dit ook uit eigen zak betaalde. Ze moesten echter zelf zorgen voor hun uniformen en muziekinstrumenten. In die tijd bestonden de uniformen uit een blouse en een broek. De oorspronkelijke locatie waar ze begonnen was een weiland van Kwartele Sjang. De schietboom was strategisch geplaatst tussen de boerderijen van Theu Vossen en Harrie Manders. Hoewel de boeren dit goed vonden, stak de politie hier uiteindelijk een stokje voor.
Aangezien de kersverse schutters geen geld in kas hadden, besloten ze zelf een kogelvanger te construeren. Deze werd met behulp van een handbediende lier omhoog gezwengeld. Dit vroeg om behoorlijk wat behendigheid. Jan Pijnenburg en Neer Schroén klommen als acrobaten omhoog om de kabels strak te spannen. Deze zelfgemaakte schietboom bevond zich in de boomgaard bij de Kwartel. Het kippenhok diende als de werkplaats voor de schutterij, die inmiddels de naam "Sint Odilia" had aangenomen. Volgens Drien van de Kwartel moest er een boom met de lekkerste appels aan geloven, wat niet bij iedereen in goede aarde viel. Sjang stond er echter achter. Maar er was ook geld nodig. Daarom gingen ze het land op om te schoffelen en te oogsten. Harrie Geerlings kocht hun oogst op, een vriendelijk gebaar dat later tegen viel. Dus begonnen ze met het maken van schoven. Hoewel dat veel arbeid vereiste, bracht het weinig winst op. De tweede zondag in november stond vroeger bekend als Dijk Kermis. Dit was een goede gelegenheid om een fancy fair te organiseren, aangezien alles wat geld opbracht met twee handen aangegrepen werd.
De eerste uniformen bestonden uit een broek, blouse en zelfs een pet. Ze werden van een muziekgezelschap gekocht. De fancy fair had een mooie cent in het laatje gebracht. Vandaar de uniformen. En het was zeker voor herhaling vatbaar. Ook werd in een tent bij de Kwartel een wielerzesdaagse georganiseerd. Hieraan konden bedrijven, verenigingen en ieder die wilde meedoen. De opbrengst was voor de schutterij. Na enkele jaren toonde de harmonie ook interesse en pikte ook een graantje mee. Hierbij was het kienen ook een gezellige bezigheid.
Om mensen van hun oud ijzer af te helpen en tegelijkertijd de kas te versterken, werden de leden aangespoord om de handen uit de mouwen te steken. Ook de fancy fair bleek een blijvend succes. Met gezellige spelletjes en niet te vergeten het rad van fortuin waren er allerlei prijzen te winnen. Pierre Slaats was er meester in om vooral de vlaaien aan te prijzen, en de sfeer op de fancy fair was altijd bijzonder.
Het ging echter niet alleen om schieten. Er werden zelfs busreizen georganiseerd, hoewel de leden deze zelf moesten bekostigen. Dit verliep niet altijd even soepel. Er was zelfs een keer dat de bus niet mocht vertrekken totdat enkele leden hun geliefde glazen, die ze per ongeluk hadden laten staan bij de bushalte in Königswinter, weer in handen hadden.
In 1965 maakte lid Wiel Kirkels nieuwe uniformen. Deze uniformen waren compleet met alle benodigdheden. Ook werd de eerste vlag gemaakt, vervaardigd door de slotzusters van Weert. Tijdens die periode beschikte de schutterij zelfs over een klaroenkorps. Tegenwoordig functioneert de drumband onder leiding van Jo Corstjens uitstekend.
In 1963 kreeg de schutterij toestemming om een varkensstal van Sjeng Kessels om te vormen tot een gezellig clublokaal, waar ze tot 1996 verbleven. De schietbaan bevond zich op grond van Harrie Hermans, recht tegenover het clublokaal. Toen Mart Vossen een stuk grond verkocht aan de familie Van den Boom, werd duidelijk gemaakt dat een deel ervan eventueel bestemd was voor de schutterij. Dit leidde ertoe dat de schutterij begon met het telen van bieten op dit stuk grond. Er was geen gebrek aan arbeiders. Het plan was om hier een nieuw clublokaal te vestigen, maar dit werd niet goedgekeurd vanwege het Nationaal Park De Grote Peel, en de familie Van den Boom kocht de grond terug.
In 1991 verwierf de schutterij een nieuw vaandel, ditmaal vervaardigd door Mevr. V. Hulsen. Ondanks dat ze zich bij de familie Kessels goed voelden, moesten ze toch weer verhuizen, dit keer vanwege Staatsbosbeheer.
In 1995 kochten ze grond van Jac Rietjens aan de Zwarte Boordweg, waar ze in 1996 een nieuw clubhuis lieten bouwen. De leden verleenden wederom hand- en spandiensten bij de bouw. In 1996 werd het gebouw ingewijd door Pastoor Koumans en kreeg het de naam "Odiliahome."
En inderdaad, het thuis van de schutterij is het geworden en gebleven. Alle activiteiten worden hier nog steeds georganiseerd en de leden voelen zich er helemaal thuis!